Variabele zwembadpompen verdienen zichzelf op een aantal jaar terug omdat ze tot 80% energie besparen.
Dit door via dagschema's hun toerental aan te passen aan de noden van het zwembad:
- aan gemiddelde snelheid tijdens de gebruiksuren voor optimale verversing (8 à 12 uur à 30-50 m/s)
- aan lage snelheden ('s nachts) buiten de gebruiksuren voor optimale filtratie en circulatie (12 à 16 uur à 15-30 m/s)
- aan hoge snelheid voor het backwashen van het filtervat (40-60 m/s in functie van filtermedium)
Het meten van je debiet doe je door
- de opvoerhoogte van je totale installatie te (laten) bereken en vervolgens te kijken naar het overeenstemmende debiet op de pompgrafiek
- installatie van een flowvis debietmeter
- installatie van een variabele pomp met debietmeting (DAB en Inverstar)
Verhouding debiet-druk-energieverbruik.
Een richtlijn is dat als je de snelheid van je pomp halveert:
- het debiet halveert
- de druk op je systeem met een kwart daalt
- je energieverbruik met een factor 8 daalt!
De typische stand van je variabele snelheidspomp tijdens de gebruiksuren van het zwembad is meestal ongeveer op 70 à 80% van de maximum snelheid. Op deze stand gebruikt je pomp maar 35 à 50% van de energie die ze zou gebruiken op volle snelheid! Zo heb je nog voldoende capaciteit om à 100% terug te spoelen maar ook om buiten de gebruiksuren aan ongeveer 50% à 60% van de maximum snelheid te circuleren. Onder de 50% van de maximumsnelheid wordt de trade off tussen debiet en verbruik niet meer interessant.
100% snelheid (rpm) = 100% energieverbruik
90% snelheid (rpm) = 73% energieverbruik (-27%)
80% snelheid (rpm) = 51% energieverbruik (-22%)
70% snelheid (rpm) = 33% energieverbruik (-18%)
60% snelheid (rpm) = 21% energieverbruik (-12%)
50% snelheid (rpm) = 12% energieverbruik (-9%)
40% snelheid (rpm) = 7% energieverbruik (-5%)